Uw eigen groentetuin – Hoe u groenten best kan voorzaaien
Zelfgekweekte groenten in de tuin of op het balkon heeft veel voordelen. Het belangrijkste is dat u altijd verse groenten heeft. Maar er zijn meer voordelen waarvoor het de moeite is om de handen vuil te maken. Met de hoge prijzen is het intussen duidelijk dat het zich loont om zelf groenten te kweken. Maar ook de ecologische voetafdruk wordt verkleind door het verminderen van uitlaatgassen en verpakkingsafval. En last but nog least is het kweken van groenten ook nog leuk. Hieronder kan u lezen hoe u best te werk gaat voor een geslaagde oogst.
Waarom moet men sommige groenten voorzaaien?
Voor een geslaagde oogst is het aan te raden om sommige planten voor te zaaien. Dat geldt vooral voor planten die houden van warmte of lang moeten kiemen. Het voorzaaien heeft drie voordelen:
- Vooral traag groeiende planten krijgen hierdoor een groeivoorsprong en brengen daardoor langer vruchten voort.
- Jonge gewassen zijn niet bestand tegen ongedierte zoals slakken en kunnen in alle rust groeien.
- De tere plantjes zijn niet bestand tegen storm, vorst en felle regen.
Wanneer moeten welke groenten gezaaid worden?
Het ideale tijdstip om groenten te zaaien staat meestal op de verpakking. Als u echter zelf geoogste zaden wil planten, kan u deze richtlijnen volgen:
Vanaf februari kunnen planten die lang moeten kiemen voorgezaaid worden. Daartoe behoren paprika, chilipeper, aubergine, sla en de meeste koolsoorten zoals bloemkool, broccoli en savooikool.
De meeste groentesoorten kunnen vanaf maart gezaaid worden. Voor tomaten, pompoenen,
komkommers en augurken is dat einde maart.
Groenten die onder de grond groeien zoals wortelen, rode bieten, radijsjes of peterseliewortel evenals groenten die slechts korte tijd moeten kiemen zoals bonen of erwten moeten niet voorgezaaid worden.
Tomaten, augurken & co voorzaaien
Bij het voorzaaien van groenten zijn 4 factoren heel belangrijk:
Wie zeker wil zijn koopt goed zaad!
1. Het zaad
Bij veel groentesoorten zoals tomaten en paprika kan u heel gemakkelijk de zaadjes uit de rijpe vruchten halen. De zaden kunnen ook gerust iets langer bewaard worden. Onze testen hebben bewezen dat sommige zaden zelfs na vijf jaar nog kunnen kiemen. Maar als u zeker wil zijn dat alle zaad gaat kiemen, koop dan best zaad van goede kwaliteit.
Zaad heeft aarde nodig die arm is aan voedingsstoffen!
2. Het substraat
Voor jonge plantjes geldt hetzelfde als voor volgroeide planten: ze hebben veel voedingsstoffen nodig. Toch mag u deze niet geven aan de kleine, jonge plantjes. Plant de zaadjes in speciale, verse potgrond. Die is bijzonder arm aan voedingsstoffen. Omdat de kleine zaailingen naar voedingsstoffen in de aarde zoeken, worden hun wortels steeds dichter, langer en sterker. De zaailingen moeten net zoveel millimeter met aarde bedekt worden als hun eigen diameter bedraagt. Dat is meestal niet meer dan 10 millimeter. Een uitzondering hierop zijn lichte kiemers zoals basilicum. Die worden gewoon bovenop de aarde gelegd.
Teeltpotjes van cellulose kunnen met de jonge plantjes in de grond gezet worden!
3. De pot
Zaad en aarde kan in gewone potten. Maar de speciale teeltpotjes van cellulose zijn nog beter geschikt, want zij kunnen samen met de jonge plantjes in de grond gezet worden en vergaan. U kan ook zelf gemakkelijk en goedkoop teeltbakjes maken van wc-rolletjes of eierkartons. Wanneer u veel wil zaaien kan dat ook in een vlakke schaal. Maar denk er wel aan dat u de jonge plantjes dan later moet verplanten. Het juiste moment is wanneer de eerste twee blaadjes de kop opsteken. De eerste twee bladeren groeien direct na de twee kleine zaadlobben. Een mini-kas verschaft zaailingen optimale groeicondities omdat de luchtvochtigheid steeds hoog is. Om schimmelvorming te voorkomen moet hij wel dagelijks verlucht worden.
Zaad altijd goed bevochtigen!
4. De juiste verzorging
Als u gezaaid heeft moet u regelmatig water geven, best met een sproeiflacon. Zo wordt de bovenste laag aarde niet weggespoeld. De aarde mag nooit uitdrogen. Potjes of schalen moeten nu op een goed verlichte plaats staan zoals bv. de vensterbank. Om te kiemen is een temperatuur van ca. 23°C ideaal, na het kiemen moeten de plantjes echter bij een kamertemperatuur van 18°C gedijen. De koelere temperatuur voorkomt dat ze te fel naar het licht toe groeien en lang, dun en zwak worden. Pas wanneer de plantjes buiten gezet worden hebben ze meststof nodig, en dat kan vooral voor koudegevoelige plantjes pas wanneer de IJsheiligen in mei voorbij zijn. U kan de tere plantjes alvast aan weer en wind laten gewennen door ze dagelijks even buiten te zetten.
Tip: Geef regenwater aan uw groenten. Dat kan u opvangen in een regenton. Dat is niet alleen goed voor uw portemonnee, maar ook voor uw planten. Regenwater bevat minder kalk dan leidingwater en wordt daardoor beter opgenomen door de planten.
Meer tips over het onderwerp tuinen
10 euro welkomstkorting* voor uw aanmelding op onze nieuwsbrief!
Uw exclusieve voordelen:
🐖 Fors besparen: als één van de eersten enorme kortingen ontvangen 🐖
⏰ Up tot date: altijd op de hoogte van nieuwigheden ⏰
💡 Weetjes: tipps & tricks voor huishouden & tuin 💡
🍀 Flinke buit: bij winspelen en acties verzilveren 🍀